Schilderen kan weer in Frankrijk
De presentatie die ik in opdracht van de Parijse galerie Lily Robert voor Art Rotterdam samenstelde, haakte in op de huidige schilderopleving in Frankrijk. Tijdens mijn eerste residency in Parijs (’14-’15) viel me op dat een jonge generatie Franse kunstenaars zich vol overgave op de schilderkunst heeft gestort. Dat terwijl in Nederland het cliché heerst dat Fransen niet schilderen of het moet abstract zijn en de schilderkunst problematiseren. In het Kunstbeeld artikel ‘Schilderen kan weer in Frankrijk’ vlooide ik deze opleving uit. Gezien de twintigste-eeuwse Franse problematische verhouding met schilderkunst en dat wat ik ‘de vloek van Duchamp’ noem (het prevaleren van conceptuele kunst), vond ik het onderwerp dermate interessant dat ik een tentoonstellingsvoorstel ontwikkelde (voor nog nader te bepalen musea). Die expositie zal ongeveer vijfentwintig jonge Franse schilders in beeld brengen die een onderscheidende positie innemen.
Twee schilders uit die beoogde tentoonstelling zijn Elodie Lesourd en Julien Beneyton. Werk dat bijna niet verder van elkaar verwijderd kan zijn. Dat van Lesourd, sterk beïnvloed door conceptuele kunst, prikkelt de gedachtevorming over de essentie van kunst. Ieder beeld is het gevolg van een aanstekelijk analytisch denkproces hierover. De eigenheid maar ook beperkingen van schilderkunst spelen daarbij zeker een rol. De schilderijen van Lesourd zijn glad en strak. Zelf wierp ze de term ‘hyperrockalisme’ op waarmee ze duidt op een symbiose van rock en hyperrealisme. Julien Beneyton is daarentegen een chroniqueur van het dagelijks leven. Door gewone mensen in hun habitat te portretteren, brengt hij en passant uiteenlopende subculturen in beeld: Parijse en New Yorkse rappers, een zwerver in Utrecht, zijn collega’s op de Rijksakademie of Franse fokkers van Limousin stieren. Zijn panelen worden steeds rijker aan detail en textuur waardoor er voor het oog van alles te beleven is.