Een contemplatieve wandeling langs beschouwende kunstwerken op een begraafplaats.
Afterlife maakte invoelbaar wat er gebeurt nadat het leven stopt. Ik ontwikkelde als curator het buitendeel van Afterlife op de begraafplaats. Ik betrok kunstenaars die zich op associatieve wijze met de eindbestemming en aanverwante thema’s zoals tijd, leegte, (on)eindigheid, spiritisme, materialisme, stoffelijkheid, animisme, bezieling en transformatie bezig hielden. Er deden enkel kunstenaars mee die vanuit een bepaalde overtuiging hun werk maken (bijvoorbeeld een oosterse, esoterische of filosofische invalshoek). Als toeschouwer wil je hun overtuiging proeven. Op de precaire plek die de begraafplaats is, werkt alleen kunst waarin een oprecht gevoeld idee of geloof in verwerkt zit. Onecht of pretentie valt hier direct door de mand.
De kunstenaars prikkelen je door hun werk na te denken over vergankelijkheid en over wie je bent als mens. Iedere kunstenaar maakte een nieuw werk behalve Valeska Soares van wie ik een bestaand werk selecteerde. De beschouwende kunstwerken vormden een contemplatieve spanningsboog in het serene park. De tentoonstelling in het museum en de werken op de begraafplaats vormden samen één geheel. De bijzondere locatie, het persoonlijke onderwerp, de opdrachtgever (SKOR) en de twee samenwerkingspartners maakten het tot een interessante opdracht. In het voortraject was met name de begraafplaats, voor wie het belang van de nabestaanden voorop staat, uitgesproken in wat mogelijk was op deze kwetsbare locatie. Dat leverde samen met de andere partijen inspirerende gesprekken op.
Afterlife vond plaats op begraafplaats en crematorium De Nieuwe Ooster (DNO) en in Museum Tot Zover dat op hetzelfde terrein gelegen is.